:29:03
Goed, sir.
:29:06
Laten we toch gezellig gaan zitten.
:29:22
We moeten er gauw vandoor.
:29:26
Waarom voel je je niet
op je gemak bij je ouders?
:29:29
Waarom wou je meteen weg?
-Ze deden vervelend tegen je.
:29:34
'Wat doen je ouders, Jennifer?'
:29:36
Wat doen je ouders?
-M'n vader bakt koekjes.
:29:40
Hoe heet z'n bedrijf?
-Phil's Bake Shop.
:29:44
In Cranston, Rhode lsland.
-Wat interessant.
:29:49
Komt je familie uit Cranston?
-M'n moeder kwam uit Fall River.
:29:54
Onze familie heeft daar fabrieken.
-Om armelui uit te buiten.
:29:59
In de 19e eeuw.
:30:01
Als jij straks erft, kun je
al ons geld teruggeven.
:30:06
Dat bepleitte de filosoof Saint-Simon.
:30:09
In de 18e eeuw.
:30:14
Het is laat.
-Blijven jullie niet eten?
:30:17
Ja.
-Nee, ik moet terug.
:30:20
Jullie blijven eten en dat is een bevel.
:30:23
Alles is een bevel,
aanwijzing, opdracht.
:30:27
Waar is je gevoel voor humor?
:30:29
Vroeger stuurde hij me altijd memo's.
:30:32
Vind je dat niet merkwaardig?
:30:35
Ik vind het schattig.
:30:40
Heb je al iets van de rechtenfaculteit
gehoord?
:30:43
Nog niet.
-Hij is goed. Hij wordt vast toegelaten.
:30:47
Ja, hij zal wel cum laude afstuderen.
:30:50
Hij was op school altijd goed.
Op Exeter...
:30:54
Dat maakt niet uit. Ik ben een
van de velen die zich aanmelden.