:45:17
Wat een troep.
:45:29
Hij heeft die kooi gestolen.
Ik heb het gezien.
:45:39
Dat kun je toch niet betalen.
-Ik kijk alleen.
:45:43
Waarom ga je niet even
naar hem toe?
:45:57
Is dat jouw spin? ln die fles.
:46:04
Wat geef je hem te eten?
:46:07
Vliegen. Sprinkhanen,
als ik die te pakken krijg.
:46:13
Bijt hij?
:46:16
Ik ben nog nooit gebeten.
:46:43
Waar is Cato?
:46:45
Die is weg.
-Weg?
:46:48
Waarheen?
-Dat mocht ik niet vertellen.
:46:53
Jullie moesten ons een lift geven.
:46:58
Jullie zijn toch van die Studebaker?