:28:00
Iedereen zal keihard moeten werken.
:28:09
Ik zie alleen maar water.
:28:12
We zitten op zee.
- Wat een genie.
:28:19
Ik weet nog dat ik in de winkel
van m'n vader zat en...
:28:23
Mijn vader.
Dit was zijn idee, hè?
:28:27
Een boottochtje door de haven
om op te frissen.
:28:31
Oké, lekkere zeelucht.
Ik ben opgefrist.
:28:35
We kunnen weer terug.
:28:37
Sorry, maar we liggen op koers.
:28:40
Je moet met ons mee.
- Mee?
:28:46
Ach, een paar dagen van huis
kan ook geen kwaad.
:28:52
Een paar weken?
:28:55
Een maand?
:28:57
Meer dan een maand?
- Een jaar of twee, drie.
:29:00
Twee, drie jaar?
Maar dan ben ik een oude man.
:29:06
Breng me maar naar mijn hut.
- Je slaapt gewoon bij de mannen.
:29:13
En als je wilt eten, moet je werken.
:29:16
Werken?
:29:20
Wat vreselijk.
:29:44
Haroun.
:29:50
Je loopt rond
als een gekooid beest.
:29:53
Iemand die hasj rookt,
zou rustiger moeten zijn.
:29:56
Ik zetjou op de wacht.
- Op de wacht?
:29:59
Dan kan je lekker zitten
en een beetje rondkijken.