1:06:06
Wie was het?
1:06:09
- Ze moeten jou hebben.
- Wie?
1:06:13
Ik vroeg ze waar het om ging.
1:06:16
Ze bleven maar slaan.
1:06:19
Ze hadden het over verzekeringen.
1:06:24
Ik wou niet bellen.
1:06:28
Een zeker Blue. Die was erbij.
1:06:34
- Harvard Blue?
- Ik wou niet bellen.
1:06:38
Het is goed.
1:06:42
Ik ben zo moe.
1:06:46
Sommige mensen
hebben alles over voor een vakantie.
1:06:52
Als je die tieten wilt zien in Tahiti,
moet je goed uitrusten.
1:07:01
Welterusten.
1:07:04
Wees voorzichtig.
1:07:07
Zorg goed voor hem, Annie.
1:07:12
Doe ik.
1:07:19
Daar is hij, inspecteur.
1:07:21
Wat is er in hemelsnaam aan de hand?
lk heb geen aanwijzingen.
1:07:27
Ik zal je wel krijgen.
1:07:35
Ik heb je partner gezien.
1:07:39
Wacht op me in de auto. De auto, zei ik.
1:07:42
- Ik wil niet in de auto wachten.
- Toe nou.
1:07:45
Nate zegt dat hij niks weet.
Wie heeft het gedaan?
1:07:50
Als ik ze vind, maak ik ze af.
1:07:53
Ja, als ze op borgtocht ontsnappen.
Anders niet.
1:07:56
- Ik zal ze krijgen.
- Je hebt een wapenvergunning.