:25:01
Rustig aan. Dit is van het leger.
:25:04
Toen hij een keer lag te ijlen,
heeft hij jouw naam geroepen.
:25:08
Echt? Dan is er nog hoop.
:25:11
Morgen vertrekt mijn regiment.
We gaan naar het front.
:25:14
De Fransen zijn in de meerderheid.
We overleven het vast niet.
:25:18
Wat zei hij precies over me?
:25:22
Waar ging je ook al weer heen?
O ja, de oorlog.
:25:27
Kleed je warm aan en veel plezier.
:25:40
Raak niet in paniek en ren niet weg.
Dan schieten ze je in je rug.
:25:43
Ik wil niet door 'n paard
vertrapt worden. En jij, Boris?
:25:46
Natuurlijk niet. Ik wil niet eens vechten.
:25:49
De tsaar of Napoleon, het is één pot nat.
:25:52
De tsaar is alleen iets langer.
:25:54
Als je Napoleon niet mag,
en de tsaar ook niet,
:25:58
wie moet dan volgens jou 't land regeren?
:26:00
- Wil je 't echt weten? De horigen.
- O, die.
:26:03
Die weten tenminste van wanten.
:26:05
Als er 'n hek opgezet moet worden,
doen zij dat altijd.
:26:08
Hij wil dat de horigen het land regeren.
:26:11
Waarom niet de misdadigers?
Of de joden?
:26:14
Sommige joden zijn slim. Hoewel,
hun vrouwen doen niet aan seks.
:26:19
- Ben jij getrouwd, Boris?
- Ik? Nee.
:26:21
- Heb je 'n vriendin?
- Ik ben verliefd op 'n getrouwde vrouw.
:26:25
Zij is verliefd op 'n getrouwde man.
Heel gezond allemaal.
:26:29
Kijk, Boris.
:26:31
- Wat heb je daar?
- Een lok haar van mijn vrouw.
:26:34
Noem je dat een lok?
Ze loopt vast kaal rond.
:26:38
Niet laten vallen.
Heb jij 'n lok haar van je vriendinnetje?
:26:42
Nee, die is getrouwd.
Ik heb een lok haar van haar man.
:26:50
Dat legervoedsel faalt ook nooit.
:26:54
Dat is Visinksy. Die kwam uit mijn dorp.
:26:56
- Hij was de dorpsgek.
- Met jou als goede tweede zeker.