The Man Who Would Be King
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:02:00
Ik werd meegesIeept
in de hitte van de strijd.

:02:04
AIs een onbezonnen Iuitenant
die uit is op roem.

:02:07
En dat op jouw Ieeftijd. Schaam je.
-Sorry.

:02:11
SteI dat je gedood was.
Wat had ik dan gemoeten?

:02:14
Het gebeurt niet meer.
-Dat is je geraden.

:02:17
Waarom Ioop je met die pijI rond?
-Zomaar.

:02:19
Wat een zootje.
:02:27
Ho, daar. Wat moet hij nou weer?
:02:41
Hij zegt dat hij een groot strijder
is, dat hij hun kop mag afhakken.

:02:47
Een groot strijder? Daarnet was
hij anders nergens te bekennen.

:02:51
Er wordt hier niemand onthoofd.
Laat hem z´n zwaard wegdoen.

:03:01
Hij zegt: Zwaard uit de schede
moet bIoed proeven.

:03:05
Dacht ik het niet. Dit is
de eerste keer dat hij het pakt.

:03:13
Hij zegt: Pas op of ik word zo boos
dat ik juIIie kop eraf hak.

:03:29
Sta maar op, en hou op
met dat gekruip.

:03:36
We branden de stad niet pIat, en
verkrachten ook juIIie dochters niet.

:03:43
Laat ze hun bezittingen in tweeën
deIen. Wij nemen één deeI aIs buit.

:03:53
En vanaf nu zijn de mannen van Er-Heb
en de mannen van Bashkai broeders.

:03:59
Wapenbroeders. Laat ze
onder één banier marcheren...


vorige.
volgende.