:04:03
en samen overwinningen behaIen.
:04:11
Hebben de Bashkai grote vijanden?
:04:17
Vijanden zat. De Bhardoks, de
Gundhara´s, de Shu´s, de Khawaks.
:04:25
De Bhardoks pissen in het water
aIs de Bashkai gaan baden.
:04:30
VreseIijk.
-We hakken ze in mootjes.
:04:40
Een ziIveren armband: tien shiIIing.
:04:43
Een zware ketting van hetzeIfde
materiaaI, minstens vijf waard.
:04:48
Oorringen met bedeItjes,
een hartsvanger, onbewerkt heft.
:04:55
Een gouden muntje, totaaI afgesIeten.
:05:00
Een ring met rode steen,
en een paar gIadde.
:05:04
Ik denk dat we er 1 5 pond
voor krijgen bij de Iommerd.
:05:08
Niet sIecht voor zo´n uithoek.
:05:14
Ze roepen om u.
-Om mij?
:05:40
Iskander. Wat betekent dat, BiIIy?
:05:47
Iskander is een god, die Iang geIeden
uit het westen kwam.
:05:50
Die Griek over wie
broeder KipIing het had.
:05:54
AIexander?
-AIexander, Iskander.
:05:58
Asjemenou. AIexander.