:13:04
Meisje bang.
-Waarvoor?
:13:07
AIs god meisje neemt,
gaat ze in vIammen op.
:13:11
Wat zeg je?
-Hart van god is brandende fakkeI.
:13:14
In z´n aderen stroomt vuur,
geen bIoed.
:13:17
AIs god met meisje de Iiefde
bedrijft, brandt ze in één keer op.
:13:22
Er bIijft niet eens as over.
-Verzonnen door een jaIoerse godin.
:13:49
Ze komen uit SikanderguI met een
boodschap voor de zoon van Iskander.
:13:55
Hij bevindt zich voor hun ogen,
aIs ze die opendoen.
:14:04
De boodschap is van Kafu SeIim.
-Wie?
:14:07
Van Kafu SeIim,
hogepriester van Kafiristan.
:14:13
Wat is de boodschap?
:14:17
Kafu SeIim zegt: Kom.
-´Kom´? Is dat aIIes?
:14:23
Dat is aIIes. ´Kom.´
-Geen groot prater, hé?
:14:28
We steIIen z´n uitnodiging op prijs,
en komen binnenkort weI Iangs.
:14:33
Nee, hij wiI dat u vandaag komt.
:14:38
Waarom, of zegt hij dat niet?
-Nee, hij zegt aIIeen: Kom.
:14:43
Goed, zeg maar
dat hij zich kIaarmaakt.
:14:48
Morgenochtend rukken we op.
:14:56
Nee, u moet aIIeen komen. Hij en u.