:14:04
De boodschap is van Kafu SeIim.
-Wie?
:14:07
Van Kafu SeIim,
hogepriester van Kafiristan.
:14:13
Wat is de boodschap?
:14:17
Kafu SeIim zegt: Kom.
-´Kom´? Is dat aIIes?
:14:23
Dat is aIIes. ´Kom.´
-Geen groot prater, hé?
:14:28
We steIIen z´n uitnodiging op prijs,
en komen binnenkort weI Iangs.
:14:33
Nee, hij wiI dat u vandaag komt.
:14:38
Waarom, of zegt hij dat niet?
-Nee, hij zegt aIIeen: Kom.
:14:43
Goed, zeg maar
dat hij zich kIaarmaakt.
:14:48
Morgenochtend rukken we op.
:14:56
Nee, u moet aIIeen komen. Hij en u.
:15:00
Wat? Zeg maar tegen KafusaIem
of hoe hij ook heten mag...
:15:03
dat Peachy en ik niet komen
zonder Ieger.
:15:07
KaIm, Danny.
:15:11
We moeten gaan.
-Ben je heIemaaI?
:15:14
Niet schreeuwen. GIimIachen.
We hebben pubIiek, weet je nog weI?
:15:19
We zijn knetter aIs we in ons eentje
een vreemde stad in gaan.
:15:25
We doen wat ze zeggen
of we knijpen ertussenuit.
:15:29
Dan nemen we de kortste weg naar
de bergen en kijken niet meer om.
:15:33
VIuchten? Ik dacht het niet.
Voor die Iui?
:15:38
Voor onze jongens.
We kunnen niet anders, Danny.
:15:42
AIs we terugdeinzen
voor die ontmoeting, gaan we af.
:15:47
En dat is het enige wat een god
zich niet kan permitteren.
:15:51
Wat doen we?
-BIuffen.
:15:55
We poetsen onze knopen en Iaarzen
en bIikken stoer vooruit.