:47:01
Thuis kun je dit niet doen.
:47:16
Een van de buren?
:47:18
Ik hoop het.
:47:31
Sorry dat ik u stoor, monsieur.
Ik zie dat u gezelschap hebt.
:47:35
Maar misschien kunt u het geluid wat
zachter zetten. M'n vrouw is ziek.
:47:40
Is ze ziek? Wat moet ik dan doen?
Ophouden met leven vanwege haar?
:47:46
Als ze ziek is, moet ze
naar het ziekenhuis.
:47:49
Ik draai platen wanneer en zo hard ik wil.
:47:53
Ik ben een beetje hardhorend, maar
daarom mag ik nog wel muziek luisteren.
:48:02
En geen rare streken uithalen.
Ik ken de hoofdinspecteur van politie.
:48:12
Zie je? Zo moet je met ze omgaan.
:48:16
En als z'n vrouw echt...
-Nou en?
:48:18
Ik val hem ook niet lastig als ik ziek ben.
:48:21
Die komt ook niet meer terug,
daar kun je van op aan.
:48:43
Eén moment, alstublieft.