:04:04
Zullen we zeggen 10, 98 ?
:04:08
Dat is een koopje, niet ?
:04:09
Ik wil hier vier liter van.
:04:15
Goed zo, dat mag een klant graag.
:04:20
En dan nog wat kwasten.
- Hoeveel moet u schilderen ?
:04:24
De kont van m'n vrouw. Rood.
:04:27
Welke kleur heeft die nu ?
- Welke kleur die heeft ?
:04:31
U begon erover.
- Ze heeft van die blauwe strepen.
:04:37
Krijg ik die kwasten nou ?
- In het tweede vak daarginds.
:04:48
Kan ik een voorschot krijgen ?
- Je krijgt maandag loon.
:04:51
Iedereen krijgt vrijdags loon.
:04:55
En maandag zijn ze blut.
Als jij 's maandags geld krijgt...
:05:01
heb je de hele week geld en
kan je voor je toekomst sparen.
:05:06
De toekomst kan voor mij barsten.
- Zo werkt het niet.
:05:11
De toekomst laat jou barsten, als jij
niet voor die toekomst gezorgd hebt.
:05:17
Mijn toekomst is vanavond.
Ik heb een mooi overhemd nodig.
:05:21
Het spijt me, Tony.
:05:26
Wacht maar tot u eens
voorschot nodig hebt. Rotvent.
:05:37
Bedankt, Tony.
:05:52
Waar heb jij gezeten ?
:05:56
Je moeder vraagt je wat.