Sinbad and the Eye of the Tiger
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:03:01
Kom, mannen.
:03:05
Kapitein, waarom zo'n haast ?
De stad loopt niet weg.

:03:09
Hij komt niet voor Charak,
maar voor een van de inwoners.

:03:14
Het is altijd fijn
je benen te kunnen strekken.

:03:17
Ik ga naar de herberg van Abu Jamil.
:03:21
Ik heb gedroomd
van zijn geroosterde schapenogen.

:03:24
En ik van de ogen van z'n dochter.
- En meer.

:03:36
Ik heb een droge mond.
- Laten we de wijnen gaan proeven.

:03:41
Ik sterf van de dorst.
- Jullie blijven drinken.

:03:45
Net zoals de vorige keer.
- Toen was je alles kwijt.

:03:48
Maar ik heb wel voor vier
nieuwe eunuchen gezorgd.

:03:52
Allah zij met ons.
Dit is het paradijs.

:03:55
Wat wil een mens nog meer ?
Ik blijf hier.

:04:02
Geen geluid, geen licht.
Het lijkt wel een spookstad.

:04:06
Waarom is de poort dicht ?
- Het is nog geen middernacht.

:04:10
Geen schildwacht te zien.
:04:17
Hé, wachtcommandant.
Doe eens open.

:04:21
Wakker worden.
- Hier is Sinbad, vriend van Kassim.

:04:26
En vriend van prinses Farah.
:04:29
Kapitein Sinbad.
- Ken jij mij ?

:04:32
Ik ben een koopman.
Ik wil wat van uw lading kopen.

:04:37
Niemand mag na zonsondergang
Charak in.

:04:39
Waarom niet ?
- Een dodelijke epidemie.

:04:43
Elke keer als we hier komen,
slaat het noodlot toe.

:04:46
En kalief Kassim en zijn zuster ?
- Kassim is nog geen kalief.

:04:51
Maar ik heb gehoord
dat zijn vader gestorven is.

:04:55
Kassim is nog niet gekroond.
:04:57
We gaan terug naar het schip.
- We verkopen onze lading elders.


vorige.
volgende.