:15:01
Hassan, weet jij het nog ?
- Melanthius, de kluizenaar van...
:15:04
Maroof ?
- Casgar.
:15:07
Een afgelegen eiland.
:15:09
Ben je er wel eens geweest ?
- Nee.
:15:11
Misschien bestaat hij niet eens.
:15:15
Het eiland wordt omringd
door gevaarlijke riffen.
:15:17
Je moet ons erheen brengen.
- Het is erg gevaarlijk.
:15:20
Ik wil niet dat je gaat.
:15:23
Als Kassim niet binnen zeven manen
gekroond is...
:15:27
... kan hij geen kalief
meer worden.
:15:31
Melanthius is onze enige hoop.
- ze zeggen dat ie gek is.
:15:34
En dat de eilandbewoners
kannibalen zijn.
:15:37
Ik geef je een schat mee.
:15:39
Goud en juwelen voor jou,
je mannen en Melanthius...
:15:43
... als mijn neef gered wordt.
:15:46
Ik wil geen goud of juwelen.
:15:49
Ik wil iets kostbaarder.
:15:56
Mijn beste,
moge Allah je zegenen.
:16:10
Hou de paarden in bedwang.
:16:18
Wie is dat ?
- Zenobia, mijn stiefmoeder.
:16:22
ze was niet aan het hof.
- Mijn moeder stierf bij mijn geboorte.
:16:29
Men zegt dat Zenobia een heks is.
:16:32
Wat komt ze doen ?
:16:37
Wees op je hoede. Ze is gevaarlijker
dan 'n schorpioen.
:16:44
Koningin, moge Allah u zegenen.
:16:46
Eindelijk, kapitein.
Waarom ben je teruggekomen ?
:16:49
Om mijn lading te verkopen
en Kassim te bezoeken.
:16:53
En zijn zuster ?
- Ik houd van hen beiden.
:16:56
Ik wil kalief Kassim om de hand
van prinses Farah vragen.