Halloween
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:19:13
Wat heb jij veel boeken.
Daar heb je een karretje voor nodig.

:19:20
Je hoort me niet klagen.
:19:23
Bezopen: eerst drie nieuwe cheers
en dan de wedstrijd.

:19:28
Dan m'n haar wassen en dansen.
Hoe hou ik 't vol ?

:19:32
Heb je morgen nog iets te doen ?
- Reken maar.

:19:39
Ik heb weer 's niets te doen.
- Eigen schuld, dikke bult.

:19:46
Lynda, Laurie.
Waarom hebben jullie niet gewacht ?

:19:50
We hebben gewacht. Je kwam niet.
- Dat is niet waar. Ik ben er.

:19:57
Waarom lach je niet ?
- Het lachen is me vergaan.

:20:01
Paul sleepte me mee naar de kleedkamer.
- Voor een avontuurtje ?

:20:06
We hebben alleen gepraat.
:20:08
El Jerko heeft huisarrest
wegens het gooien van eieren.

:20:13
Hij komt niet.
- Je zou babysitten.

:20:16
Ze babysit omdat ze
een plek wil hebben om...

:20:19
Daar heb ik heus wel een plek voor.
:20:22
Ik vergeet m'n scheikundeboek.
- Dat vergeet ik ook altijd.

:20:27
Plus m'n boeken voor wiskunde,
Engels en Frans.

:20:31
Wat moet je ermee ?
Ik laat ze altijd op school liggen.

:20:35
Wat maakt 't uit
of je ze bij je hebt of niet.

:20:39
Is dat Davon Graham ?
:20:42
Volgens mij niet.
:20:44
Leuke jongen.
:20:50
Hé, eikel.
:20:52
Rij niet zo hard.

vorige.
volgende.