Halloween
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:47:08
Ze zat klem in het raam. Hier is ze.
:47:16
Zat je klem ?
- Dat kan iedereen overkomen.

:47:20
Ja, klem in een raam.
- Bij mij zit je ook vaak genoeg klem.

:47:25
M'n ouders zijn weg.
- Geweldig. Hoe lang al ?

:47:29
Ongeveer een half uur.
- Dat is geweldig.

:47:34
Kom hierheen.
- Kom me even halen.

:47:37
Ik kan niet.
M'n kleren zitten in de was.

:47:40
Mond dicht. Ik heb een hemd aan.
Je denkt aan niets anders.

:47:45
Jij denkt aan niets anders.
- Dat is niet waar.

:47:49
Laten we er niet langer
over praten, maar 't doen.

:47:53
Doe uw deur op slot, doe alle
ramen dicht en doe het licht uit.

:48:00
Ga niet weg, want hier komt...
:48:02
Ik ben bang.
:48:04
Waarom zit je dan in het donker ?
- Weet ik niet.

:48:07
Doe je jas aan. We gaan Paul halen.
- Dat wil ik niet.

:48:11
Ik dacht dat we elkaar begrepen.
- Ik wil dit programma zien.

:48:17
Zou je 't leuk vinden
om bij Tommy Doyle TV te kijken ?

:48:22
Nou, kom dan mee.

vorige.
volgende.