:31:01
en soms denk je dat je uit elkaar knapt...
:31:03
als je het niemand mag vertellen.
:31:05
Dat klopt.
:31:07
Elke keer als ik de bal krijg, kan ik scoren.
:31:10
- Zeker weten.
- Elke keer.
:31:12
Is het stoerdoenerij
als iemand doet waartoe hij in staat is ?
:31:15
Doet een vogel stoer als hij vliegt ?
:31:17
Nee, luister nu eens naar me.
:31:21
Toen je bij ons kwam, dachten we...
:31:22
dat ze je weg zouden halen...
:31:25
als ze erachter kwamen wat je kon doen.
:31:27
We waren erg ongerust.
:31:29
Dan wordt een mens ouder
en gaat hij anders denken.
:31:33
En worden de dingen erg duidelijk.
:31:35
En een ding weet ik zeker, zoon,
jij bent hier om een bepaalde reden.
:31:40
Ik weet niet om wiens of welke reden...
:31:43
misschien omdat...
:31:48
Ik weet 't niet.
:31:52
Eén ding is zeker. Het is niet om te scoren.
:31:58
Dank je, pa.
:32:01
Wie er 't eerste is.
:32:03
O, ja ?
:32:04
Rennen. Kom op. Opschieten.
:32:06
Rennen. Kom op. Ha die Baron.
:32:39
Jonathan !
:32:47
Papa.