1:42:01
Ik ben Amerikaan.
1:42:03
Een Amerikaanse burger.
Hallo, Yanks.
1:42:06
Amerikaanse burger. Het is in orde.
1:42:10
Jij hebt sigaretten,
daar heb ik van gedroomd.
1:42:15
Wie ben je ?
1:42:17
Wie ben jij ?
1:42:22
Ik ben fotojournalist.
1:42:24
Ik versla de oorlog sinds '64.
In Laos, Cambodja, Nam.
1:42:34
Je boot is er rot aan toe, man.
1:42:37
Wie zijn al die mensen ?
- Ze denken dat je gekomen bent...
1:42:42
... om 'm weg te halen. Hopelijk niet.
- Wie ?
1:42:48
Hem. Kolonel Kurtz.
1:42:52
Dit zijn z'n kinderen.
Zover het oog reikt.
1:42:56
Hier zijn we allemaal zijn kinderen.
1:42:59
Zouden wij kolonel Kurtz
kunnen spreken ?
1:43:03
Hé man, je praat niet
met de kolonel.
1:43:07
Je luistert naar hem.
1:43:10
Hij heeft m'n geest verruimd.
Hij is een klassieke dichter-krijger.
1:43:16
Soms zeg je hem gedag, en loopt hij
langs je zonder je te zien.
1:43:22
Maar opeens grijpt hij je en zegt:
Weet je dat dit het midden is van life ?
1:43:27
als je als enige het hoofd bewaart
als allen twijfelen
1:43:32
Ik ben maar klein,
hij is een groot man.
1:43:36
ik had een paar klauwen moeten zijn,
schuifelend over stille zeebodems
1:43:42
Blijf bij de boot.
- Niet weggaan zonder mij, oké ?
1:43:46
Even een foto.
1:43:49
Hij kan vreselijk zijn, en gemeen,
en hij kan gelijk hebben.
1:43:55
Hij voert deze oorlog.
1:43:57
Hij is een groot man.