Being There
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:05:01
De oude man is dood.
:05:03
Ik begrijp het.
:05:04
Hij ademde niet...
:05:06
en hij is steenkoud.
:05:09
Ik heb hem maar even aangeraakt.
:05:13
Chance?
:05:18
Toen heb ik...
:05:20
hem bedekt.
Een laken over z'n hoofd getrokken.

:05:27
O, hemel!
:05:30
Wat een ochtend.
:05:33
Ja, Louise. Het zal wel gaan sneeuwen.
:05:38
Heb je de tuin gezien?
:05:40
-Het voelt alsof het gaat sneeuwen...
-Verdorie, jongen.

:05:45
Is dat alles wat je te zeggen hebt?
:05:50
Die oude man ligt daarboven
hartstikke dood...

:05:54
en het doet jou helemaal niets.
:06:04
O mijn god, Chance...
:06:12
Sorry dat ik zo tegen je tekeer ging.
:06:16
Nee, meneer. Ik wist gewoon niet
wat ik moest verwachten.

:06:25
Ik zal maar een ontbijt voor je klaarmaken.
:06:29
Ja, graag. Ik heb erge honger, Louise.
:06:37
Ik maak wat eieren voor je.
:06:53
Er zijn veel dieren op de boerderij.
Zullen we samen met de haan gaan kijken?


vorige.
volgende.