Being There
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:28:03
-Dat begrijp ik.
-Mooi zo.

:28:26
Deze dingen kunnen zo vermoeiend zijn.
:28:28
Iedereen maakt zo'n ophef
over een eenvoudig ongelukje.

:28:37
Gaat het al beter met uw been?
:28:40
Nee.
:28:43
Juist.
:28:46
Dit is net televisie,
alleen je kan veel verder zien.

:28:52
Waarom gaat u niet mee naar ons huis,
dan kunnen we u daar verzorgen?

:28:59
Uw huis?
:29:01
M'n man is erg ziek geweest. We hebben
een dokter en verpleegsters in huis.

:29:04
Ziekenhuizen zijn zo onpersoonlijk.
:29:09
-Daar ben ik het mee eens.
-Mooi.

:29:11
Dat bespaart een hoop overbodig gedoe
en voor u is het veel plezieriger.

:29:17
We gaan meteen naar huis.
:29:18
En, Jeffery, bel even
en laat ze weten dat we er aankomen.

:29:21
Ja, mevrouw.
:29:25
Wilt u iets drinken?
:29:27
Ja, graag. Ik heb erge dorst.
:29:41
Dank u. Mag ik televisie kijken, alstublieft?
:29:46
Maar natuurlijk.
:29:50
En nu, het pièce de résistance...

vorige.
volgende.