Being There
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:42:00
U eet vanavond natuurlijk met ons.
:42:03
Ja, alstublieft. Dank u.
:42:06
Ik heb erge honger.
:42:10
Ja, ik ook, mijn jongen.
:42:13
Ik ook.
:42:21
Kent u Raphael?
:42:25
Nee, meneer. Ik geloof het niet.
:42:28
Want ik heb een boodschap voor hem.
:42:30
Ja, meneer?
:42:31
Een kleine zwarte man
gaf me een boodschap voor Raphael.

:42:39
Ik geloof toch niet dat ik de man ken.
Blijft u nu alstublieft...

:42:43
stil liggen.
:43:02
Is er iemand die we moeten waarschuwen?
:43:07
Nee.
:43:09
De oude man is dood en Louise is weg.
:43:16
Dat spijt me heel erg.
:43:21
Ik hoop dat u ondanks uw verwonding
uw zaken kunt doen.

:43:28
Heeft u een secretaresse nodig?
:43:30
Nee, dank u.
:43:33
Mijn huis werd gesloten.
:43:38
U bedoelt dat uw zaak werd gesloten?
:43:42
Ja.
:43:43
Gesloten door de advocaten.
:43:48
Wat heb ik jullie gezegd? Dat bedoel ik nou.
:43:52
De zakenman is tegenwoordig uitgeleverd
aan broekies van advocaten van de AlD.

:43:58
Het overkomt iedereen, ben ik bang.

vorige.
volgende.