:12:00
Er wordt geroddeld.
Ik heb twee kinderen.
:12:10
Ik geniet er gewoon niet meer van.
:12:14
Jij moet mij juist laten genieten.
:12:20
Ik kom hier niet meer naartoe.
:12:22
Boerentrien.
:12:25
Er zit modder onderje nagels.
:12:28
Je pulkt tussen je tanden met 'n lucifer.
Ik zag 't zelf.
:12:32
Wat heb ik ook aan jou?
:12:35
Je komt uit die fabriek, wastje even,
:12:37
doetje benen wijd voor een beurt
en je gaat weer.
:12:41
En jij dumpt mij?
:12:50
Ik hoorde een flinke klap.
:12:52
- Ik werd door de kamer gesmeten.
- Ik heb wel ijs voorje. Kom verder.
:12:59
Ga even zitten.
:13:08
Je bent flink geschrokken.
:13:12
Hou dit er maar op.
:13:17
Ik dacht dat in het zuiden
alleen heren woonden.
:13:21
Wie bij de hond slaapt, krijgt vlooien.
:13:25
Zou ie gebroken zijn denkje?
:13:27
Doe eens zo.
:13:29
- Nee, ik denk 't niet. Wil je aspirine?
- Nee, dankje.
:13:34
- Een pleister?
- Nee.
:13:36
- Valium?
- Je hebt een hele apotheek.
:13:39
Ik stel me graag aan.
Hou die er maar op.
:13:50
Ik en mannen.
:13:52
Ik moet eens leren
om meteen nee te zeggen.
:13:57
Maar als het geen mannen waren,
was het wel wat anders.