1:46:16
Kom maar, kampioen.
Word wakker.
1:46:23
- Wat is er,
- We zijn van Justitie.
1:46:26
- Weet ik.
- Ze willen je spreken.
1:46:29
- Jullie zijn één pot nat.
- Ze willen je spreken.
1:46:33
- Waarover dan,
- Ik moest je meenemen.
1:46:36
Waarvoor,
1:46:42
Herken je dit meisje,
Was ze in je club,
1:46:50
- Is dit hetzelfde meisje,
- Ja.
1:46:54
- Ik ken haar niet.
- Je stelde d'r aan mannen voor.
1:46:58
Dat doe ik bij zoveel mensen
Haar aan mannen,
1:47:03
Ik heb 'm ook aan mannen
voorgesteld maar ik zeg niks.
1:47:08
- Ze is 14. Doe je schoenen aan.
- Hoe oud, zei je,
1:47:12
- Veertien.
- Laat me dat zien.
1:47:22
Ik wil je wat vragen.
1:47:24
Je wou toch niet zeggen
dat ze veertien lijkt,
1:47:28
- Veertien.
- Van man tot man.
1:47:29
Kom, we gaan.
1:47:32
- De stad in,
- Precies.
1:47:35
Alleen vanwege dat meisje,
1:47:40
- Dronken,
- Ik ben vrij op borgtocht.
1:47:42
- Ik wil even wat ophalen.
- De kinderen slapen.
1:47:46
- Van mij hebben ze geen last.
- Goed. Geen lawaai.
1:47:51
- Wat,
- Geen lawaai.
1:47:52
Even nog wat.
1:47:56
- Wat is er mis,
- Ik heb 10.000 dollar nodig.
1:47:59
Met 10.000 dollar smeergeld
gaat 't in de doofpot.