Arthur
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:19:00
Die moet je Susan geven.
:19:04
Is die voor één meisje?
:19:07
Doe me dit niet aan.
:19:08
Ik kan niet langer wachten
tot je volwassen bent.

:19:13
Gefeliciteerd, pa! U wint.
:19:15
Dat was mijn bedoeling.
:19:18
Ook gefeliciteerd, Arthur!
:19:20
Jij zult rijk zijn
zolang je leeft.

:19:23
Meer wil ik niet.
:19:32
Drie dozijn van deze.
Diverse kleuren.

:19:36
Ik háát mijn vader.
:19:37
Koop dan vier dozijn!
:19:40
Vier dozijn.
:19:43
En ik wil...
:19:44
...ook 14 van die truien.
Allemaal groen.

:19:46
- Allemaal groen?
- Ik draag geen truien.

:19:48
Kunt u ze thuis afleveren?
:19:52
Wat nog meer, Hobson?
:20:02
Hobson! Zag je dat?
:20:06
Ze pikte een das!
:20:08
De perfecte misdaad!
Meisjes dragen geen das.

:20:11
Soms wel. Niet perfect,
maar toch verdienstelijk.

:20:14
Als ze de das had vermoord,
dan was het perfect.

:20:17
Wat vind je hier zo leuk aan?
:20:20
Die man is een detective.
:20:23
We moeten kalm blijven!
:20:24
Is ze niet prachtig? Jezus!
:20:26
Wat hebben wij hiermee te maken?

vorige.
volgende.