Arthur
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:20:02
Hobson! Zag je dat?
:20:06
Ze pikte een das!
:20:08
De perfecte misdaad!
Meisjes dragen geen das.

:20:11
Soms wel. Niet perfect,
maar toch verdienstelijk.

:20:14
Als ze de das had vermoord,
dan was het perfect.

:20:17
Wat vind je hier zo leuk aan?
:20:20
Die man is een detective.
:20:23
We moeten kalm blijven!
:20:24
Is ze niet prachtig? Jezus!
:20:26
Wat hebben wij hiermee te maken?
:21:08
Sorry, juffrouw.
:21:10
Ik ben de winkeldetective.
:21:13
Die kaart is niet nodig.
:21:14
Geen klant draagt zo'n jasje.
:21:18
Ik zou graag in uw tas kijken.
:21:19
Ik zag dat u daar iets in stopte.
:21:24
Jij hebt een probleem, jongen.
:21:26
Jij bent je baan kwijt.
Hoe heet je?

:21:29
Ze is fantastisch!
:21:30
Ze heeft wel iets van
Eleanor Roosevelt.

:21:33
Wat is je adres?
:21:35
Je adres, Chester!
Ik maak geen geintjes!

:21:37
U pikte een das!
:21:39
Wat zeg je?
:21:41
Dat is het toppunt! Politie!
:21:43
Haal een agent erbij!
:21:45
Blijf staan waar je staat.
:21:47
Waar ik je kan zien!
:21:49
Politie! Handen thuis.
:21:52
Ik zou dit graag rechtzetten.
:21:54
Mr. Bach, u kunt hier
beter buiten blijven.

:21:57
Te laat. Zeg het hem, Alfred.

vorige.
volgende.