:16:13
Ga je weg ?
:16:15
Ik moet ervandoor. Maar...
:16:18
Zullen we wat gaan drinken
als je weer op de been bent ?
:16:22
- Oké.
- Hou je haaks.
:16:25
Vanavond ?
:16:27
Dat denk ik niet. Maar ik vraag wel
aan de dokter wanneer je weg mag.
:16:32
- Hij wil het nog even aankijken.
- Je moet in bed blijven.
:16:35
Ik word niet graag geobserveerd.
:16:38
Daar is niets aan te doen.
:16:41
Ik vind ziekenhuizen vreselijk.
Ik wil hier weg.
:16:45
Weet je wat ?
Jij blijft hier, ik haal je kleren
:16:49
en dan gaan we wat drinken.
:16:54
- Ik heb schoenen en 'n jas nodig.
- Komt in orde.
:16:57
Maar blijf hier, anders kom ik niet terug.
:17:19
Ze maakt het goed.
:17:23
De jongen die haar heeft gered,
Jack Terry, staat daar.
:17:26
Hij is echt lastig. Ik weet niet
hoe we hem stil kunnen houden.
:17:31
Zet 'n paar agenten neer.
Laat het geen circus worden.
:17:35
Dat is hem. Hij heeft het zien gebeuren.
:17:39
- Heeft hij 't gezien ?
- En hij heeft 't meisje gered.
:17:48
Ik wil met je praten.
En ook met 't meisje. Waar is ze ?
:17:51
- Daar.
- Ze slaapt.
:17:53
Wel een beetje snel graag,
want ik wil naar huis.
:17:56
- Kunnen we ergens rustig praten ?
- Dat regel ik wel.