:20:00
- Dat is de waarheid.
- Wat kan jou dat schelen ?
:20:07
Maar het zou z'n gezin
erg veel kunnen schelen.
:20:18
- Goed dan.
- Mooi.
:20:20
We smokkelen jullie naar buiten.
:20:29
Kunnen we niet naar jouw huis ?
:20:31
Je wilt echt niet naar huis, hé ?
:20:35
Ze hebben je toch wel verteld
wie er in die auto zat ?
:20:39
Een slimme journalist is er zo achter
dat ik er ook in zat.
:20:44
Ze hebben m'n tas
met m'n naam en adres.
:20:48
Ze staan me vast op te wachten.
:20:51
En ik dan ? Ik heb je gered.
:20:55
Dat klopt.
:20:57
Laten we naar 'n motel gaan.
:21:02
We zouden wat gaan drinken,
toen werd 't mijn huis en nu 'n motel.
:21:06
Dat gaat snel.
:21:22
Blijf even staan.