:49:11
Charlie Paddock,
:49:12
de kanonskogel uit Californië.
:49:17
Winnaar 100 meter. Antwerpen 1920. Tijd ?
:49:20
103.
:49:24
Jackson Scholz,
:49:26
de bliksemschicht uit New York.
:49:29
Tweede bij de Olympische Spelen.
:49:31
Verloren door opzij kijken.
:49:33
Hier is de finish. Zie je ?
:49:35
Paddock passeert hem.
:49:37
Door te kijken verloor hij.
:49:41
- Snelste tijd ?
- 103... 104.
:49:47
Eric Liddell. Die ken je wel.
:49:51
Kijk naar ze.
:49:53
Denk ze, adem ze.
:49:55
Zie ze naar je loeren
iedere keer als je je ogen sluit.
:49:59
De Flying Scotsman eerste. Dat doet pijn.
:50:02
Wat, Eric Liddell ?
:50:04
Hij is 't probleem niet.
:50:07
Hij is 'n geweldige hardloper,
maar geen sprinter.
:50:12
- O nee ?
- Ja, hij is wel snel.
:50:15
Maar hij wordt niet sneller op de sprint.
:50:19
Hij is voor de langere afstand.
:50:21
De sprint is explosief.
:50:23
- Dat is voor zenuwpezen.
- Dank je wel.
:50:27
Je kunt uithoudingsvermogen trainen,
maar dat explosieve niet.
:50:31
Paddock, Scholz en Eric Liddell.
:50:35
Kom even, Mr. Abrahams.
:50:42
Weet u waarom u heeft verloren ?
:50:45
U neemt te grote passen.
:50:47
Een klein beetje. Welnu...
:50:49
Deze munten staan voor
uw passen in honderd meter.
:50:56
Heeft u nog twee munten, Mr. Abrahams ?