Excalibur
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:32:00
De draak ! 'n Dier met zo'n kracht,
dat als je 't met één blik...

:32:06
... zou omvatten, 't je tot sintels
zou verbranden.

:32:10
Waar is hij ?
:32:11
Hij is overal. Hij is alles.
:32:14
Z'n schubben glanzen
in de bast van bomen.

:32:17
Z'n gebrul hoort men in de wind...
:32:19
... en z'n gevorkte tong treft...
:32:23
... als... als de bliksem. Ja dat is 't.
:32:27
Hoe kan ik... Wat zal ik... Moet ik...
:32:30
Doe niets. Wees kalm... Slaap.
:32:35
Rust in de armen van de draak.
:32:39
Droom.
:32:57
Excalibur... is ook 'n deel van de draak !
:33:00
O, ja... U leert snel. Dat is goed.
:33:05
Dat bevalt me.
:33:08
Merlijn, wat voor man was mijn vader ?
:33:11
Hij was dapper... Hij was sterk...
:33:14
'n Groot ridder.
:33:15
Ook 'n grote koning ?
:33:17
Tja, hij was onbezonnen.
:33:20
Hij keek nooit in de harten van mensen.
Noch in zijn eigen hart.

:33:24
Hield u van hem ?
:33:25
Men ziet graag dwaasheid in een kind.
:33:30
Help mij wijs te zijn... niet onbezonnen.
:33:34
Merlijn, waar gaat u heen ?
:33:37
Wat denkt u ? U moet 'n koninkrijk regeren.
:33:40
Maar hoe ? Ik weet niet hoe.
:33:43
U trok 't zwaard uit de steen.
:33:45
Gemakkelijk !
:33:47
O, ja ? Ik had 't niet gekund.
:33:48
U niet... ?
:33:49
U bent de koning !
:33:51
Hoe begin ik ?
:33:52
Wat is er gebeurd, nadat u wegliep ?
:33:55
Heer Hector en Kay hebben
al die tijd gewacht !

:33:59
De meeste ridders zijn tegen mij,
behalve Leondegrance.


vorige.
volgende.