Neighbors
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:09:03
Hoeveel wafels wil je?
- Wafels? En die kapoen dan?

:09:07
Welke kapoen?
- Je had een recept gelezen, zei je.

:09:10
Ja, maar ik zei niet dat we dat aten.
Weer echt iets voor jou.

:09:15
We hebben alleen wafels.
:09:17
Er is toch biefstuk voor morgen?
- Vraag je om biefstuk?

:09:21
Had dan goedkope gekocht.
- Ik eet geen goedkoop vlees.

:09:46
Wat kan ik voor je doen?
- Ik ben Vic.

:09:49
Ramona heeft vast al
over me verteld.

:09:51
Nee, maar jij bent vast haar...
- Klopt, graag of niet.

:09:56
Vat je? Ga zitten.
:10:01
Wat zeg je ervan, buurman?
:10:05
Welkom aan het eind van de straat.
- Het is een prachthuis.

:10:10
Het mijne, bedoel ik.
Veel te veel kamers, maar ja.

:10:13
Het was een koopje.
Wat eten we? Ik rammel.

:10:18
We hebben nog niet gegeten.
Ik heb honger als een paard.

:10:22
Ik was voorbarig, vrees ik. Enid heeft
geen boodschappen gedaan.

:10:28
Geen punt.
Dan haal ik wel ergens wat.

:10:31
Hier in de buurt vind je alleen
hamburgers, hotdogs en pizza.

:10:35
Daar weet ik wel wat op.
Laat maar aan kapitein Vic over.

:10:40
Vriend, als ik het ga halen,
wil jij vast wel betalen.

:10:55
30 dollar voor 4 man? Daarvoor
krijg je hooguit de kaart te zien.


vorige.
volgende.