Neighbors
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:32:01
Rustig aan.
Earl heeft genoeg doorgemaakt.

:32:05
We hadden je goed te pakken.
Ramona is zo'n deugniet.

:32:08
We namen je in de maling
bij het eten. Een grapje.

:32:13
Een grap? Mij beschuldigen
dat ik Ramona pakte?

:32:17
Wat heb je toch?
Kun je niet tegen een grapje?

:32:20
Kom mee naar binnen, Ramona.
Het is vrijdag. Ik trakteer.

:32:25
Ik kan wel tegen een grapje, Enid.
:32:28
Kan jij tegen een grap?
- Absoluut. Kom maar op.

:32:32
Je wagen ligt in de plomp. Per
ongeluk. Ik haalde de steen weg.

:32:38
Ik zei toch dat de remmen kapot
waren. Daarom leende ik jouw wagen.

:32:43
Maar niet om eten te halen.
- Waar is m'n wagen?

:32:47
In het moeras. Ik ga m'n jas halen.
:32:50
Je jas kan wel wachten.
Breng me naar het moeras.

:33:07
Geef maar. Ik ga wel voorop.
:33:09
Je boft,
met een moeras naast de deur.

:33:12
Zo rook het niet altijd.
Het was een meertje met vis en zo.

:33:17
Toen ging Interstate Chemical
afval storten.

:33:20
Er gingen rare dingen groeien.
:33:23
Ik ben hier sinds de zoekactie
niet meer geweest.

:33:28
Ja, er is hier iemand verdwenen.
:33:33
Van het elektriciteitsbedrijf.
Drijfzand, zeiden ze.

:33:37
Drijfzand, hier? Onmogelijk.
- Dat zei ik ook.

:33:45
Vic, help me alsjeblieft.
:33:48
Kun je m'n wagen voelen?
:33:51
Help nou.
Ik koop een nieuwe voor je.

:33:53
En m'n driedekker?
Hoe wil je die vervangen?

:33:58
Help nou. Ik word omlaag gezogen.

vorige.
volgende.