Neighbors
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:10:03
Pilsje, makker?
- Nee, bedankt.

1:10:08
Kijk het eens fikken.
1:10:10
Wat is er met het water?
- Geen druk. Zie je dat niet?

1:10:14
Wat kunnen we daaraan doen?
- Ik weet wel iets.

1:10:17
Wat dan?
- Marshmallows halen.

1:10:38
Kalm maar, ze zijn vertrokken
met jouw wagen.

1:10:41
Elaine had een sleutel.
1:10:43
Vic heeft geruild. Zij tegen mij.
1:10:49
Vic en jij zijn hier
nog geen 24 uur geweest.

1:10:56
Het lijken wel jaren.
- Er is veel gebeurd.

1:11:00
Zul je Vic missen?
1:11:05
Geen idee.
Hij was fantastisch in bed.

1:11:09
Totdat ik erbij kwam.
1:11:13
Het is mooi dat je dat kunt zeggen
in je relatie.

1:11:22
Je bent echt geweldig.
1:11:26
Dat probeerde ik je nou te vertellen.
1:11:32
Is het zo erg dat je fantasieën
tot leven komen?

1:11:38
Er is geen levend wezen meer
aan deze weg, behalve jij en ik.

1:11:45
En weet je wat we nu gaan doen,
jij en ik?

1:11:51
Wat dan?
1:11:52
Ontbijten. Heb je honger?
1:11:56
Ik rammel,
maar er is geen eten in huis.


vorige.
volgende.