:13:04
Hoezo ben ik er het type niet voor?
:13:07
Ik weet wat voor kerels
in dienst gaan.
:13:09
Ik heb ze zelf gezien.
Ze zijn net als wij.
:13:13
Alleen minder ontwikkeld.
:13:15
En minder oud. Ik wed dat jij
je geen vijf keer kunt opdrukken.
:13:20
Vijf keer?
:13:24
Wedden om drie dollar?
:13:26
Oké, vijf keer.
:13:30
Geen marine- pushups?
- Gewone pushups.
:13:36
Zo heb ik botten nog
nooit horen kraken.
:13:41
Die telt niet.
:13:43
Ik bid.
- En terecht.
:13:45
Er geldt een tijdslimiet.
:13:49
Hij is bijna zover.
Hij neemt het vloerkleed in zich op.
:13:54
En dat is één. Hij is vertrokken.
:13:57
Hij beweegt. Dat is twee.
Maar niet al te overtuigend.
:14:06
Drie. Je kunt meedoen aan de Spelen
voor verstandelijk gehandicapten.
:14:12
Dat is drie.
- Vier.
:14:16
Even testen.
:14:17
Daar komt de vijfde. Lukt het hem?
:14:21
Gefeliciteerd.
Je hebt je geld verdubbeld.
:14:30
Ik moet aan m'n conditie werken.
:14:33
Ik moet stoppen met drinken
of ik haal de dertig niet.
:14:38
Het leger is m'n enige kans.
:14:40
Je kunt in een klooster treden.
:14:44
Ooit een monnik met een jong meisje
zien wippen?
:14:47
Nooit.
- Het klooster is dus geen optie.
:14:52
Bier.
:14:57
Fijn dat je hem wilde delen.
- Geen punt.
:14:59
Je kunt bij mij terecht als je wilt.