Stripes
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:06:00
Je kunt niet midden op een brug
stil gaan staan.

:06:11
Ga terug in je auto.
:06:16
Heel goed.
Ik wil het nog één keer proberen...

:06:19
en dan is het welletjes.
:06:34
Geweldig. Ik zie jullie volgende week.
:06:36
Dan leer ik jullie nieuwe liedjes.
Dat wordt leuk. Dag.

:06:59
Dat is mijn wagen.
:07:02
Ik neem deze in beslag.
Je loopt achter met je betalingen.

:07:35
Ik ben het.
:07:42
Ben jij dat, John?
:07:45
Heb je m'n jurk opgehaald?
:07:52
Dag, schat. Je bent vroeg of niet?
:07:55
Ja.
- Hoe was je dag?

:07:57
Prima.
:07:59
Ik heb pizza voor je meegenomen.

vorige.
volgende.