The Entity
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:29:01
Ze denken dat er iets in huis is
dat mij uit mijn slaap houdt,

1:29:07
en dat willen ze oplossen.
1:29:12
Ze zagen er wel jong uit voor artsen.
1:29:15
- Ben je boos?
- Nee.

1:29:18
- Ja, dus.
- Goed dan.

1:29:21
Wie haalt er nou mensen in huis
omdat ie niet kan slapen?

1:29:24
- Dan neem je gewoon 'n slaappil.
- Het is heus geen feestje.

1:29:29
Ik vraag alleen maar om uitleg.
Ik weet niet watjou dwarszit.

1:29:33
- Behandel me niet als een sukkel.
- Het spijt me.

1:29:36
Vertrouw me.
Vertel me wat er aan de hand is.

1:29:41
Dat weet ik niet.
Ik weet niet meer wat er echt gebeurt,

1:29:47
en wat ik denk dat er gebeurt.
1:29:50
Het begon najouw vertrek.
1:29:53
En dat is geen verwijt,
maar het is toen wel begonnen.

1:29:57
Wat is toen begonnen?
1:30:05
Ik ben...
1:30:08
Ik ben aangerand.
Maar dat is nu achter de rug.

1:30:12
Aangerand? Door wie?
1:30:14
Door niemand.
1:30:17
Iets onzichtbaars.
1:30:19
Het klinkt krankzinnig.
Het was net een vreselijke droom.

1:30:23
Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen.
Het klinkt krankzinnig.

1:30:28
- Krankzinnig.
- Schatje...

1:30:34
Carla, ik was echt even heel ongerust.
1:30:38
Ik dacht datje echt aangerand was.
Aangerand door een persoon.

1:30:45
Schat...
1:30:48
Ik weet waarom je niet kan slapen.
Maar nu ben ik er weer.

1:30:53
En ik garandeerje dat die dromen
of nachtmerries

1:30:58
nooit meer terugkomen.

vorige.
volgende.