Thief
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:31:00
Ik rij om de haverklap in een nieuwe auto.
:31:04
Ik ben een dief, een bajesklant.
- Wat kan mij dat verdommen?

:31:09
Dat wist m'n vrouw nog niet eens.
Die inmiddels weg is.

:31:13
Heb ik je ooit lastig gevallen?
Dat bedoel ik nou.

:31:18
Ik ben een goeie vent.
Op mij kun je bouwen.

:31:22
Ik heb geduld. Nu ben ik ongebonden en
kunnen we eindelijk een relatie beginnen.

:31:31
Wat? lk geloof m'n oren niet.
:31:35
Denk je nu echt dat ik op je
heb zitten wachten? Lul niet, man.

:31:40
Ik zit niet te dollen. Ik meen het.
:31:45
Allejezus.
:31:50
Je bent je rot geschrokken.
- Ach, eikel.

:31:53
Is jouw leven dan zo geweldig?
- Er is niets mis met mijn leven.

:31:59
Echt wel. Daar is een plekje.
- Je weet niks van me.

:32:02
Nee? lk weet dat...
- Je weet geen ene moer.

:32:09
Je hoeft niet zo'n toon aan te slaan.
Mogen wij twee koffie?

:32:14
Sorry, ga door.
- Waarmee?

:32:17
Ga door met je verhaal.
- Wilt u de kaart zien?

:32:24
Vertel.
:32:28
We hadden veel geld.
Tucson, Mexico City, Bogota.

:32:33
Het was een doelloos bestaan.
Je kent dat wel.

:32:37
Onze relatie ging hard achteruit.
Het was voorbij, maar we gingen door.

:32:44
Het is heel slecht afgelopen.
:32:47
Nu sta ik 's ochtends op, ik douche me.
:32:50
Ik heb een baan, ik heb een sofi-nummer.
:32:54
Het is een saai, doorsnee bestaan.
Maar ik voel me er wel veilig bij.


vorige.
volgende.