:19:01
Ik koop haar toch.
:19:04
Wat jij wil.
:19:12
Meneer, mats hem nou.
Hij weet echt niet wat ie doet.
:19:18
En jij weet nog minder.
:19:21
Eikel.
:19:25
Wat?
- Ze staat buiten.
:19:28
Je maakt een grapje.
:19:31
Je kan geen auto kopen.
Je bent pas zeventien.
:19:36
Hemeltje.
:19:38
Je vergist je. Laten financieren
kan niet, maar contant betalen wel.
:19:44
En op mijn naam zetten
is ook een probleem.
:19:47
Ik heb jullie toestemming nodig.
- Arnie, je weet hoe het werkt.
:19:52
Je had eerst moeten praten.
:19:55
Nee, ik moet altijd alles
eerst bespreken.
:19:59
En elke keer stemmen jullie tegen.
:20:03
Daarom heb ik die auto
gewoon gekocht.
:20:06
We zijn nog niet klaar.
:20:09
Waarom vond jij dit goed?
:20:13
Ik vond het niet goed.
Maar hij dreef z'n zin door.
:20:17
Ik probeerde hem om te praten.
- Had dan wat beter je best gedaan.
:20:23
Ik ga naar huis.
- Doe dat maar.
:20:27
Ik ga ook weg uit de kuthuis.
:20:29
Denk je om je woorden.
- Wat zei je?
:20:32
Wat zei je?
:20:35
Jullie wilden dat ik ging studeren.
:20:38
Ik moest van jullie op schaken.
:20:41
Ik heb je nog nooit voor gek gezet
bij je bridge-vriendinnen.
:20:45
Maar dit zet ik echt door.
:20:48
Deze auto komt hier niet
voor de deur te staan.
:20:53
Prima.