Christine
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:29:00
Ik maak me zorgen om Arnie.
:29:02
Je wilde toch over Christine praten.
:29:05
Wat weet jij van die auto?
:29:09
Ik weet dat de vorige eigenaar...
:29:12
Ja?
:29:13
Zijn dochter stikte in Christine.
:29:16
Hoe weet je dat?
:29:18
Lebay's broer verkocht
de auto aan Arnie.

:29:22
Hij heeft het verteld.
- En ik was de volgende.

:29:27
Toe nou, Leigh.
:29:32
Dat zou Arnie nooit doen.
:29:36
In geen miljoen jaar.
:29:40
Ik denk ook niet
dat Arnie het doet.

:29:47
Het is die auto.
:29:49
Ik zweer het je.
:29:51
Misschien.
:29:54
Ik ga naar Arnie en...
- Doe het niet.

:29:57
We doen het elk jaar.
Zijn ouders zijn er ook.

:30:02
Als ik alleen met hem ben,
gaat ie wel praten.

:30:06
En zoniet?
- Hoe bedoel je?

:30:09
Ik bedoel...
:30:12
Wat als die auto ertussen komt?
:30:18
Dan vernietigen we die.

vorige.
volgende.