Flashdance
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:35:02
Laat me met rust.
:35:04
- Wat ben je van plan ?
- Geen ruzie.

:35:07
- We gaan naar Cecils huis.
- Laat me.

:35:09
Wat drinken, wat blowen.
:35:11
Jij en ik. Vind je Cecil leuk ?
:35:15
- Handen thuis.
- Lekker met z'n drietjes.

:35:18
Laat haar verdomme met rust.
:35:20
De komiek hangt de held uit.
:35:26
Cecil, ben je niet goed wijs ?
:35:29
Laat haar gaan, Johnny.
:35:32
Wat doe jij hier ? Bezoekje aan de
slums ? Je hoort hier niet langer thuis.

:35:43
Niet kwaad bedoeld.
Ik werd gewoon nijdig.

:35:48
- Stuur me de rekening.
- Laat 's zien.

:35:51
- Bloedt het ?
- Ja.

:35:53
Kom op.
:35:56
Je hoed.
:35:59
- Gaat het ?
- Ja.

:36:02
- Zeker weten ?
- Ja. Het staat goed op 't podium.

:36:09
- Het komt wel goed.
- Zeker ?

:36:15
- Weet je 't zeker ?
- Ja.

:36:23
Wat kan ik zeggen ?
Erg bedankt.

:36:26
Ik geef je een lift.
:36:30
Ik heb een voertuig. Bedankt.

vorige.
volgende.