:11:00
Ze is vermoord.
Dat meisje dat jouw schaatsen aanhad.
:11:04
Ik krijg nieuwe laarzen van de regisseur
als ik met hem naar bed ga.
:11:08
Moet ik dat doen?
:11:11
De winter is bijna voorbij.
:11:14
Precies. En ik kom uit Siberiƫ.
Ik kan tegen de kou.
:11:23
Is je hart ook koud?
:11:26
Dat meisje was ongeveer even oud als jij.
:11:30
Er lagen twee andere slachtoffers naast
haar. Hun gezichten waren eraf gesneden.
:11:36
Wat heeft dat met mij te maken?
Wat wil je?
:11:39
Wie kan je schaatsen gestolen hebben?
:11:44
Ik verdenk iedereen.
:11:47
Ik ook.
:12:00
Pak je me op omdat
ik m'n schaatsen verloren heb?
:12:04
- Misschien niet.
- Mooi.
:12:07
Laat me dan maar met rust.
:12:22
Het is koud. We hebben geschaatst, maar
we lopen de schaatsbaan af. Waarom?
:12:28
- Om te praten.
- En te eten. Gezellig.
:12:31
Je eet wat en deelt de wodka rond.
:12:33
Ik heb eten bij me. We hebben wodka op
en er hangt 'n ontspannen sfeer.
:12:40
En dan...
:12:42
- Je schiet vanuit je zak.
- Zo in je eigen voet.
:12:45
Er zijn stukjes leer
in de kogelwonden gevonden.
:12:50
Een tas. Het eten zat
met een pistool in een leren tas.
:12:58
We zijn vrienden.