:38:03
Het regent.
Als je dat niet was opgevallen.
:38:05
Doe de deur dicht.
:38:15
Gooi hem naar m'n voeten.
:38:21
Gooi de inhoud van je zakken op het bed.
:38:28
Doe je jas uit.
:38:31
Gooi hem op de grond.
:38:40
Broekzakken.
:38:44
- Je bent alleen, nietwaar?
- Hou je mond.
:38:48
- Beweeg je niet.
- Rustig maar.
:38:50
Het is mijn kamer.
Ik ga heus niet weg.
:38:53
Ga zitten.
:38:57
Rustig.
:39:06
Maak je schoenen aan elkaar vast.
:39:26
Stapel je nu al het meubilair op me?
:39:30
- Als dat moet.
- Ik had je moeten afmaken in het park.
:39:34
Waarom?
:39:37
- Daar heb jij m'n broer vermoord.
- Je broer?
:39:42
Dus daarom...
:39:44
Ik heb hem niet vermoord.
:39:46
Jij of je vrienden, dat maakt niet uit.
Maar jij zult ervoor boeten.
:39:55
Een politieagent uit New York?
:39:57
Hij is van goud, ik ben rechercheur.