:41:02
Lana, luister...
:41:05
ik wil mijn ei terug. Ik wil mijn huis terug.
:41:08
Ik heb veel te doen.
:41:12
Heb je je geamuseerd gisteravond?
:41:18
Toen we hier terugkwamen?
:41:21
Je weet wat ik bedoel.
:41:29
Ik heb me geamuseerd.
:41:34
Zeg niet dat je weer 300 dollar wil.
:41:38
Heb ik dat gezegd?
:41:43
Nee.
:41:43
Ik herinner me niet dat ik zei
dat je me iets moet geven.
:41:52
En mijn moeders ei?
:41:55
Jij gaat naar de universiteit,
zoek jij 't maar uit.
:42:02
Hoeveel tijd heb je nodig?
:42:04
Genoeg om wat telefoontjes te doen.
:42:06
Ik moet uitzoeken
hoe ik m'n spullen terugkrijg.
:42:09
Guido heeft me waarschijnlijk
nu wel buitengesloten.
:42:13
Oké!
:42:15
Wil je me een plezier doen?
:42:18
Natuurlijk, schat.
:42:21
Steel niets!
:42:25
Als ik terugkom en er ontbreekt iets...
:42:29
ga ik recht naar de politie. Ik meen het!
:42:33
Joel, ga naar school. Ga iets leren.
:42:50
Uw pasje, alstublieft!
:42:53
Jullie hebben vast
hoofdstuk zes tot acht gelezen...
:42:57
dus hier is een kleine test
om het te bewijzen.