1:13:02
God weet dat ze dit nodig hadden!
1:13:05
En nu ben je
een verdomde toekomstige ondernemer.
1:13:12
Maak je geen zorgen. Ik ben boven.
1:13:19
En... bovendien heb je een vriendin.
1:13:22
Oh ja?
1:13:23
Telefoon voor Joel.
1:13:25
Hier, ik neem 'm wel.
1:13:27
Nou, echt?
1:13:31
Wat denk je?
1:13:32
Geen idee. Zeg jij 't maar.
1:13:34
Ja? Nee? Misschien?
1:13:38
Ja.
1:13:42
Nee.
1:13:46
Misschien.
1:13:51
Joel!
1:13:53
Papa?
1:13:54
Wie nam de telefoon op?
1:13:56
Een vriendin, pap.
1:13:58
Ken ik haar?
1:13:59
Heb je 't ooit gedaan in 'n trein?
1:14:00
Lk denk 't niet.
1:14:02
Hij heeft een meisje.
1:14:04
Laten we 't in een echte trein doen.
1:14:07
Ben je daar?
1:14:08
Lk ben er nog, papa.
Hoe is 't met mama? Alles oké?
1:14:12
Wegwezen.
1:14:13
Hoorde ik andere mensen?
1:14:16
Gewoon wat vrienden.
1:14:22
Klinkt als een feestje.
1:14:24
Een feestje?
1:14:26
Kom nou, ik wil alleen met je zijn.
1:14:28
Ik herinner me niet
dat ik je daarvoor toestemming gaf.
1:14:33
Schat, hoor je me?
1:14:36
Je mag best vrienden uitnodigen.
1:14:38
Gebruik je verstand maar.
We vertrouwen je.
1:14:41
We komen aan met United Airlines,
vlucht 162 half vier.
1:14:44
"Vertrouwen."
1:14:46
Als er enige logica in onze taal zou zitten...
1:14:49
zou "vertrouwen" een scheldwoord zijn.
1:14:53
De avond bracht veel op.
Er stroomde veel geld binnen.
1:14:57
Rutherford maakte nieuwe vrienden.