Terms of Endearment
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:21:05
Geven ze 't door als m'n man belt ?
:21:10
Je hebt een knobbel in je oksel.
:21:12
Hoe lang heb je die al ?
:21:14
Weet ik niet. Niet doen.
:21:16
Het zijn er twee.
:21:18
Ze zijn niet zo groot.
:21:20
Ik ben volgende week weg.
:21:22
Zo lang wil ik niet wachten.
:21:24
Het moet onderzocht worden.
:21:27
- Moet ik ergens bang voor zijn ?
:21:29
Als je bang bent, ben je nog
blijer als 't niks blijkt te zijn.

:21:33
Dokter Budge ? Mama moet ook
een lolly hebben voor haar prik.

:21:40
Hier, mama.
:21:42
Ik weet wel wat 't is.
:21:44
Je zweetklieren zijn verstopt.
:21:48
Moet ik me geen zorgen maken ?
:21:50
Een cyste, precies waar
je vetklieren zitten. Je eet verkeerd.

:21:54
En je wast je niet goed.
:21:55
- Bedankt. Hier is Melanie.
:22:00
Hallo. Ik heb je 'n bloes gestuurd.
:22:03
Zeg maar dag.
:22:04
- Dag.
:22:06
Zeg je moeder maar gedag.
:22:17
Hoe heet ze ?
:22:18
- Janice. Wat zei de dokter ?
:22:21
Dat heb ik gezegd.
Ik vind 't eng dat hij zo'n haast heeft.

:22:26
Janice, met haar mapje onder haar arm.
:22:28
Ik kan nu niks zeggen.
:22:31
We hebben 't erover gehad.
:22:33
M'n gevoelens bevestigen.
:22:36
Ik sta te kijken van je smaak.
:22:37
Maar je bent blij als 't niks blijkt te zijn.
:22:40
Vergeet 't maar.
:22:43
Ik ben te boos. Eten.
:22:59
Het is kwaadaardig.

vorige.
volgende.