:21:05
Als we het hem nu vertellen,
kwetsen we hem.
:21:09
Ik weet wat je voelt en wat ik voel,
en als die gevoelens dieper worden...
:21:15
en we hopeloos verliefd worden,
dan kwetsen we hem pas.
:21:20
Ik ga het hem vertellen.
- Dommerik, luister nou.
:21:24
Anna, er is oorlog.
- Laat eens kijken.
:21:28
Zonder oorlogsverklaring zijn Duitse
troepen Polen binnengevallen.
:21:33
Ik moet terug naar m'n squadron.
- Mensen zullen elkaar doden.
:21:41
Andre, kom terug.
:21:43
Maak je geen zorgen.
Ik moet je terugzien.
:21:57
Die arme jongen.
:22:01
Al die jongens.
:22:03
Anna, heb je het gehoord?
- Ja, onvoorstelbaar.
:22:07
Weet het publiek het al?
- Nee, we moeten het zeggen.
:22:12
In de rug aangevallen.
:22:15
Ik kan het niet geloven.
- Ik weet het. Wat vreselijk, hè.
:22:22
Het is nog erger. Zoiets vreselijks
is er nog nooit gebeurd.
:22:27
Dit is het einde.
- Nee, dat mag gewoon niet.
:22:32
Ik haat die man.
:22:35
Ik ook. Iedereen haat hem.
Heel Europa haat hem.
:22:42
En terecht. Twee avonden
achter elkaar, nou vraag ik je.
:22:47
Hoezo, wat bedoel je?
- Hij is weer weggelopen.
:22:52
Kun je nu eens één minuut niet
aan jezelf denken? Het is oorlog.
:22:57
Mijn god. Oorlog.
Wat gebeurt er allemaal?