1:01:01
Chocolade wat?
- Noga.
1:01:08
Zo, professor. Ik heb
heel goed nieuws voor u.
1:01:11
Een goede vriend van u
komt naar Warschau.
1:01:15
De Führer zelf. U zult hem vast
graag weer ontmoeten.
1:01:20
Dat wil toch iedereen die hem kent.
1:01:26
Wanneer hebt u hem
voor het laatst gezien?
1:01:29
Dat is lang geleden, veel te lang.
1:01:40
Weet u dat u beroemd bent in Londen?
- Is dat zo?
1:01:45
Ja, ze noemen u
'concentratiekamp-Erhardt'.
1:01:49
Dus ze noemen me
'concentratiekamp-Erhardt'.
1:01:53
Die reactie verwachtte ik al.
- Wilt u een cognacje?
1:01:58
Dat doet me denken aan een grappig
verhaal uit Warschau.
1:02:02
Over de Führer. Hoe gaat het
ook alweer? O ja.
1:02:06
De cognac heet Napoleon,
een haring heet Bismarck...
1:02:10
en Hitler zal als een augurk eindigen.
1:02:13
Een augurk?
- Ja, omdat het zo'n zuurpruim is.
1:02:18
Ik vind dat niet grappig,
en de Führer vast ook niet. U?
1:02:22
Nee, ik vind het afschuwelijk.
1:02:30
Wat kunt u me vertellen
over de ondergrondse?
1:02:34
Ja, de ondergrondse. Laten we
op de details ingaan.
1:02:39
Er zijn geen details.
- Maar u hebt de lijst toch.
1:02:43
Ik ben er nog mee bezig,
maar ik heb de naam...
1:02:47
van het hoofd van de hele Poolse
ondergrondse.
1:02:51
Gefeliciteerd.
1:02:57
Hoe heet hij?
- Revanski.