To Be or Not to Be
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:18:01
Dan ga ik ook.
- Wilt u even in m'n kantoor wachten?

1:18:05
Ik moet wat zaken met deze heren
bespreken, dan bent u aan de beurt.

1:18:10
Als u dat geen probleem vindt.
- Nee, helemaal niet.

1:18:14
Helemaal geen probleem.
1:18:21
Geen probleem.
1:18:32
Een probleem.
1:18:45
Wacht hier, ik ben zo terug.
1:18:57
Mooi zo.
1:19:06
Hij had al moeten doorslaan.
- Geduld.

1:19:09
Hij moet nadenken. Dit is
de intellectuele aanpak.

1:19:13
En als hij geen intellectueel is?
- Dan breken zij al z'n botten.

1:19:18
Kolonel, ik wilde een praatje maken
met uw vriend hier binnen.

1:19:23
Hij lijkt me een beetje dood.
- Nee toch. Laten we gaan kijken.

1:19:37
U hebt gelijk, professor.
Hij is inderdaad dood.

1:19:41
En vindt u ook niet
dat hij op u lijkt?

1:19:44
Hij is m'n dode dubbelganger.
- Of vice versa.

1:19:48
Een van ons is dus een bedrieger.
- Dat is duidelijk.

1:19:52
Het ziet er slecht voor me uit.
- Nogal.

1:19:55
Kent u hem al lang?
- Nee.

1:19:57
Dat liegt u. Zo'n baard laten groeien
duurt maanden.


vorige.
volgende.