:05:01
Voor tien procent redden we de hele
lading voor jullie.
:05:04
Hoe doe je dat, met een onderzeeër ?
- We doen het met zout.
:05:08
Je doet het met wat ?
:05:10
De jongens en ik stelen zout.
- We hebben drie ton per zending nodig.
:05:15
Maak dat je verdomme weg komt.
Ga terug naar school, waar je thuis hoort.
:05:19
Hoe werkt dat met dat zout ?
:05:22
Hé, we hebben zout bij ons.
Laat het hem zien.
:05:39
Dit zit vol met zout.
:05:46
Goed,
kom eens hier.
:06:03
En ?
- Hou je blouse aan.
:06:05
We moeten wachten tot het zout
is opgelost.
:06:40
Nou ?
- Hé, wat is er mis ?
:06:49
Hé, kijk.
:06:55
Geweldig !
:06:58
Moet je dat zien !
- Het is fantastisch.