:23:02
Ik wil naar boven.
:23:12
Je geniet hiervan.
-Ontspan je en geniet er ook van.
:23:16
Van wat? Dieren, geen eten en water.
-Geen roomservice.
:23:22
Geen sanitair: Dat heb ik nu nodig.
-Ga achter dat bosje.
:23:27
Alleen? Daar zijn leeuwen.
-Ver weg: Als je hen met rust laat.
:23:32
Dan laten ze mij ook met rust.
:23:39
Hoe kom ik naar beneden?
-Hoe ben je bovengekomen?
:23:42
Die leeuw brulde.
-Dat was een hyena.
:23:50
Goed.
:23:54
Even wachten, draai je om.
Trek me omhoog.
:23:59
Kan ik niet: Wrijving.
-Laat me dan zakken: Stop.
:24:02
Wat wil je?
-Niet kijken.
:24:04
Ik kijk niet: Wat moet ik doen?
-Laat me zakken.
:24:19
Dit is niet grappig.
:24:34
Ik laat jou met rust,
dus laat mij ook met rust.
:24:40
Pas op.
-Ga weg.
:24:42
Rennen: Klim in een boom.
:24:51
Alles in orde?
-Je zei: Als ik hen met rust liet.
:24:55
Misschien dacht de moeder
dat je haar jong lastigviel.