The Gods Must Be Crazy
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:06:00
Ophouden, zei ik.
1:06:06
Nu is het afgelopen.
1:06:16
Voorzichtig daarmee.
Geef het aan mij.

1:06:20
Ik ben de goeie,
hij is een klere-Cubaan.

1:06:24
Jezus, dame.
-Kom maar op, ik lust je rauw.

1:06:29
Mijn basis is maar
20 km hiervandaan, seƱorita.

1:06:33
Morgen ga ik naar Cuba.
Geef me het geweer: Ik breng u wel.

1:06:37
Hij weet niet eens waar hij is.
Hoe moet hij de basis vinden?

1:06:41
Jij vindt hem wel.
-We gaan naar mijn basis.

1:06:44
Wie zegt dat?
-Ophouden.

1:06:52
Jij gaat achter het stuur.
1:06:57
Nee, terug.
Jullie moeten bij elkaar blijven.

1:07:02
Grijp z'n hand vast.
1:07:07
Houd elkaars hand vast.
1:07:14
Goed, instappen.
1:07:21
Loop jij eromheen.
1:07:33
Kan een van jullie vliegen?
-Ik wel.

1:07:37
Mooi: Rij terug naar het beginpunt.
1:07:58
Kijk uit, baas.

vorige.
volgende.