:33:18
- het komt er nu op neer, he?
- zeker.
:33:21
Vooruit dan.
:33:23
- Ze kosten $1.50.
- Wat?
:33:25
De prijs is vannacht $1.50.
:33:30
Je maakt een grapje.
:33:34
Kijk...
:33:37
- Ik heb 97 cents.
- Nee.
:33:41
- het regent als een gek daar buiten.
- Nee.
:33:44
Kun je mij excuseren?
Ik wil echt naar huis.
:33:47
Sorry, maar dat kan ik echt niet.
Ik zou mijn baan verliezen.
:33:52
joost mag het weten?
:33:54
I kan naar een feest gaan, dronken worden,
beetje kletsen met iemand. wie zal het zeggen?
:33:59
wil je me verdomme aljeblieft zo'n ding geven?
:34:01
Nee, verdomme! ik kan je niet zo'n ding geven.
Die dingen zijn $1.50.
:34:04
Ik kan ze niet verkopen voor 97 cent.
We zouden verlies draaien.
:34:07
Daar is de trein! Kom op!
Geef me zo'n ding!
:34:18
- Kan ik je helpen?
- Ik wilde de trein nemen...
:34:22
Blijf uit mn buurt!
:34:23
- Ik praat tegen je.
- Ik weet het, het spijt me.
:34:26
Ik heb dat nooit eerder gedaan.
Ik weet niet wat er met me gebeurde.
:34:30
De prijzen gingen omhoog en ik had 97 cents.
:34:32
Ik zal geen trein nemen, Het spijt me.
:34:36
Dat is niet mijn trein.
:34:37
Dat is de trein die ik wilde. Hartelijk bedankt.
:34:42
Het zal volle maan zijn daarbuiten.